Categorieën
Uncategorized

ZIEKENHUIS

Ik duw mijn man voort in de leenrolstoel door de lange gang van het UMC Utrecht.

Voor de tigste keer in zijn leven wordt hij geopereerd. Voor de tweede maal een operatie aan zijn hoofd. We passeren de tijdschriftenkiosk, de kapsalon en de bloemist, waar de bloemen al in een vaasje staan. En daar is de stand met heliumballonnen met opbeurende teksten zoals: dikke knuffel, get well soon, big hug en de knalgele ballonnen met de grote glimlach. Ik vraag me af waarom zoveel teksten in het Engels moeten.

Net voordat ik de rolstoel naar de liften manoeuvreer botsen we tegen Ed en Marian op, uit ons dorp. ‘Check jij nu in, in dit hotel?’, grapt Marian tegen mijn echtgenoot. We lachen in koor. Tegelijkertijd slik ik een brok in mijn keel weg. Weer een narcose, kan hij dat nog wel aan? Komt hij hier heelhuids uit? Loopt hij geen infectie op, of corona?

De verpleegkundige neemt de intake af, terwijl manlief op de gele wafeltjessprei van het ziekenhuisbed zit. ‘Rookt u? Drinkt u? Heeft u vanmorgen ook gedronken?’ Altijd weer dezelfde vragen. Een patiënte met getekende wenkbrauwen zit met uitgestreken gezicht te appen. De patiente daarnaast staart uit het raam. Haar hoofd is ingezwachteld. In het bed naast mijn man ligt een mevrouw in een kort nachthemd op haar zij met opgetrokken knieën, pose zie-poes-net-niet. Ze heeft een getatoeëerde vlinder op haar bovenarm.

De volgende dag is mijn man in plaats van 9.15 uur pas om 15.00 uur aan de beurt. Ik hoor de snik in zijn stem vlak voordat hij de O.K. wordt binnengereden. De hele dag wachten, nuchter moeten blijven en maar aan de operatie denken, heeft hem geen goed gedaan. Om 16.30 uur meld ik me bij de balie C3 Oost. De operatie duurt een uur, half uurtje verkoeverkamer, dus hup daar is hij weer. Niet dus.

Bij het zitje in de hal met uitzicht op de koffiemachine en flesjes fris en water houd ik als een havik de liftdeuren in de gaten in de hoop dat ik manlief snel in een ziekenhuisbed voorbij zie komen. Hij moet via deze route weer richting zijn kamer. Er passeert een groep o.k.-verpleegkundigen, ze dragen lichtblauwe broeken en daaronder witte muilen. Bij elke stap die ze zetten, hoor ik een ruisend geluid. Uit de lift stapt een arts, te herkennen aan de halflange witte jas over zijn privékleding. De man heeft kringen onder zijn ogen. Zou hij mijn schat net geopereerd hebben? Ik drentel op en neer en tuur uit het raam naar de binnentuin met van die met mos begroeide rotsen. In ene staat er een verpleegkundige voor mijn neus. Een knul met donkerbruine krullen. ‘Ah, daar bent u, de neurochirurg probeert u te bellen en hij krijgt u maar niet te pakken.’ Met mijn mobiel in mijn hand kijk ik de jongeman glazig aan. Hij tuurt op het scherm van mijn mobiel. ‘U heeft op deze plek geen bereik, omdat het ziekenhuis hele dikke muren heeft. De neurochirurg wil u vertellen dat de operatie prima is verlopen.’

Dan gaat de liftdeur open en rolt eindelijk het ziekenhuisbed met mijn man eruit. Hij moet plat blijven liggen. Er zit een wonddrain aan zijn hoofd, ik zie een dieprood bundeltje gaas en een kaalgeschoren rechthoek met een hechting in de vorm van een touwladder. Manlief glimlacht naar me, murmelt wat en valt in slaap.

Hij heeft het weer overleefd.

Categorieën
Uncategorized

DE AANHOUDER WINT

Syl zit verlekkerd naar het roze doosje bonbons op tafel te kijken, maar ze schrikt op van de schelle tring van de deurbel.

‘Ah, daar zul je hem hebben Syl.’ Ik veer overeind, zet gauw mijn koffiekopje op de glazen salontafel en snel naar de voordeur.

‘Wie Siem?’, vraagt Sylvia en ze komt achter me aan.

‘Nee, niet wie, een pakket. Een pakket uit België.’ Ik omarm het pakket en ik draai in de rondte. Er gaat een golf van opwinding door mijn lijf en ik voel mijn wangen helemaal rood worden.

‘Heb je kleding besteld in België?’

‘Niks kleding, ik heb een thermoskan van het merk Alfi gekocht. Jij denkt natuurlijk dat de herfst-wintercollectie in de schappen ligt en dat Siem er als eerste bij wil zijn. Ja, je kent me goed, ik ben dol op kleding, maar nu is de Alfi-kan voor mij belangrijker dan een nieuwe jurk of een paar laarzen.’ Het pakket houd ik nog steeds tegen mijn borst gedrukt alsof het een baby is. ‘Syl, kan jij je nog herinneren dat ik een ronde roestvrij stalen thermoskan had? Die thermoskan was van tante Mietje. Die hebben we samen zo’n jaar of twintig geleden gekocht in Tilburg. De thee blijft in zo’n kan wel zes uur warm. Tante Mietje omringde zich graag met klassieke, duurzame spullen. Na haar overlijden mocht ik de kan hebben. En toen hoorde ik een paar weken geleden in de keuken “pang”. Ik tilde de kan op en voelde en hoorde wel duizenden stukjes heen en weer tikken tegen de binnenkant van de kan. Oh, ik voelde me ontredderd zonder de kan van mijn liefste tante.’

Ik besloot ‘m meteen opnieuw aan te schaffen, zo gehecht was ik aan die thermoskan. Bij de firma Fonq zou het moeten lukken….“vandaag besteld, morgen in huis.” Niet dus. Wat een ellenlange zoektocht heb ik achter de rug.’

Ondertussen peuter ik de verpakking los. ‘Ja hoor, precies dezelfde.’ Ik krijg een wee gevoel in mijn buik. Met twee vingers aai ik over de glanzende dop alsof het een kat is.

‘Een week na mijn bestelling bij Fonq krijg ik een mail van firma Cookinglife, een partner van Fonq, dat deze niet meer op voorraad is. Punt uit. Ik bellen naar die gasten: “komt ie nog?” “Weten we niet”, was het antwoord. Daar heb je dus geen zak aan. Toen heb ik me urenlang helemaal suf gegoogeld. Vele Alfi’s in het zwart, in het signaalrood en in het turquoise kwamen voorbij. Ook mooi, maar ik had mijn zinnen gezet op precies dezelfde uitvoering: Alfi kugel rvs mat. Er moest toch nog ergens op de wereld een kookwinkel zijn waar er nog eentje is? Zo heb ik aan vriendin Angela met een tweede huis in Oostenrijk gevraagd of zij daar voor mij wilde zoeken. Oostenrijk is wat traditioneler en daar hebben ze vast meer kookwinkels dan hier. Zo tof, dat heeft ze gedaan en ze had er eentje gevonden voor € 50,– meer dan dat hij oorspronkelijk kostte en dat leek me iets te gortig’.

‘Huh, hoeveel heb jij dan voor die kan betaald Siem?’

‘Als je ‘m betaald, mag je het weten haha, laat me mijn verhaal nou afmaken. Angela riep door de telefoon: ‘het lijkt wel een collectors item.’ Syl schuifelt ongeduldig heen hen weer op haar stoel. ‘Hoe heb je het uiteindelijk nou voor elkaar gekregen Siem?’

‘Firma Coolblue verschafte duidelijkheid: bij de foto van de Alfi kugel rvs mat stond: ‘deze is met pensioen.’ Dat verklaarde waarom die nergens meer te verkrijgen was. Enfin, ik eindeloos verder googelen op afbeelding en al die firma’s aanklikken. ShopWillems uit Brussegem, België had er nog eentje. Tadaaa, die was dus voor mij. Weet je Syl, het is niet meer de kan van tante Mietje en toch zal ik iedere keer als ik thee zet aan haar denken.’

‘Goed zo Siem en ondertussen is het hoog tijd voor thee en bonbons. Heb je die laatste ook uit België?’

Categorieën
Uncategorized

BLING BLING

‘Lekker karretje heb je Syl.’ Ik zit naast mijn vriendin met wie ik vaak kibbel alsof we zussen zijn. We zoeven over de N402, waar we naar toegaan is voor mij nog een verrassing.

‘Nou geniet er nog maar effe van, want ik ga deze Citroën inruilen’.

‘Wat gaat het worden?’, vraag ik.

‘Ik heb een roze Fiat 500 op het oog.’

‘Roze? Waarom roze? Dat had ik zo een-twee-drie niet bij jou verwacht.’

‘Ik wil eens wat anders.’

‘Je gaat toch niet met van die wimpers boven je koplampen rondrijden?’

‘Nou, dat had ik toevallig wel in gedachte ja. Jij bemoeit je ook altijd overal mee zeg.’

‘Sorry hoor.’

‘En ik ga m’n roze Fiat met nog veel meer dingen opleuken.’

‘Zoals?’

‘Jij vindt het vast ordinair Siem, maar dat interesseert me geen reet.’

We staan stil voor het rode stoplicht. Naast ons stopt een kobaltblauwe metallic Nissan. Achter het stuur zit een hoogblonde jongedame. Met een hand stift ze haar lippen en met haar andere hand omvat ze het lederen stuur bezaaid met strass-steentjes.

‘Laat me raden, je neemt zo’n diamant lederen stuurhoes.’

‘Hoe weet jij dat?’

‘Nou, dat past wel bij die wimpers. En wat voor accessoires kan ik nog meer verwachten?’

‘Ik zat laatst bij zo’n surfdude in de wagen en hij rook zo lekker. Ik dacht eerst dat hij kokos in zijn blonde haarlokken had gesmeerd. Wat bleek nou, aan het spiegeltje hing zo’n geurboompje, genaamd sex wax.’

‘Ik kan niet wachten Syl.’

Syl trapt het gaspedaal stevig in. ‘Trut.’

Ineens begint Syl keihard te lachen. Ik hoor het vertrouwde ietwat nasale stemgeluid waar ik na al die jaren vriendschap steeds meer van ben gaan houden.

‘Wahahahaha, geloof je het zelf Siem?’

We naderen een exclusieve autodealer in Nieuwer ter Aa.

Daar zie ik ‘m staan: een glanzend zwarte Fiat 500 met een uitschuifbaar dak.