Categorieën
Uncategorized

VLEUGELS

Zet het hek open en vlieg uit.

Vlieg hoog.

Vlieg verder.

Blijf even hangen.

Niet te lang.

Vergeet niet

te genieten

van het uitzicht

van vandaag.

Categorieën
Uncategorized

RESIDEREN

Vlak achter mij schiet een mevrouw de delicatessenwinkel binnen. Aan de ene hand heeft ze haar dochtertje van een jaar of zeven. Aan haar andere hand omklemt ze een grote rieten mand.

Haar dochter heeft een lange blonde vlecht. Moeder heeft een net zo blonde boblijn en neerhangende mondhoeken.

Moeder loopt langs mij heen en duwt me omver met de enorme rieten mand. Ik zie dat de mand aan de binnenkant rood-wit geblokt is gevoerd. Ik schud mijn hoofd en merk dat ook mijn mondhoeken naar beneden zakken.

Dan schiet een vrolijke gedachte door mijn hoofd. De reden dat ik hier ben.

‘Wat heeft Mieke vandaag gekookt?’ vroeg mijn man deze morgen. Mieke zwaait samen met haar echtgenoot Ronald de scepter bij delicatessenwinkel Lekker in Driebergen. Ze heeft andijviestamppot met een gehaktbal gemaakt. Mijn antwoord deed mijn man glunderen.

‘Wat moet ik in hemelsnaam voor Louis en Juliëtte meenemen?’ Mevrouw de rieten mand stiert weer langs me heen en tilt een potje tapenade op. Ze kijkt er bedenkelijk bij. Mieke komt aangelopen en trekt ondertussen haar zwarte sloof recht. Ik open mijn mond en voordat ik iets kan zeggen begint de rieten mand te oreren: ‘Ik wil een cadeaupakket voor maximaal € 30,–. En ik heb ongelooflijke haast. Mocht mijn echtgenoot het niet goed genoeg vinden, dan kom ik ermee terug.’

Het meisje heeft met beide handen een doos chocolade vast. De chocolaatjes zijn in de vorm van een kus. ‘Deze wil ik hebbuh’, dreint ze.

Mieke blijft vriendelijk lachen. ‘Mevrouw, we hebben verrukkelijke rosé.’

‘Nee dame, geen rosé, die hebben we aan de Côte te kust en te keur.’ ‘U gaat met vakantie naar Frankrijk?’

‘Nee hoor, wij resideren daar. Aan de Côte, tussen Nice en Monaco. Mijn echtgenoot en ik willen een cadeau geven aan onze Franse vrinden.’

Mieke wisselt snel een blik met mij, trekt haar wenkbrauwen op en zegt: ‘ooooh, zit dat zo.’

Het drammertje met de blonde vlecht doet een duit in het zakje. ‘Wij hebben lekker een huis met een zwembad. En we hebben de zeeeee.’

Ik tuur in de tussentijd naar de fles Lingeparelrosé waar Mieke het net over had. Zou het wat voor mij zijn, vraag ik me af.

‘Mevrouw, vindt u het een idee als ik dan voor uw Franse vrienden een Hollands pakket samenstel. We hebben worst uit Lunteren, huisgemaakte amandelkrullen, biertjes uit de Utrechtse Heuvelrug en zal ik er dan toch die Lingeparelrosé uit de Betuwe bij doen? Hij heeft een lichte bubbel en het is weer eens iets anders dan de Franse rosé.’

De rieten mand slaakt een zucht. ‘Doet u dan maar. Wel héél feestelijk inpakken alstublieft.’ Ze kijkt streng. ‘Wij gaan nu naar de Albert Heijn en binnen een kwartier zijn we terug.’ Ze pakt haar dochter vast bij haar bovenarm en beent de zaak uit.

‘Mensen hebben moeite met keuzes maken en vooral als ze gehaast zijn. Wij geven ze een zetje in de goede richting’, vertrouwt Mieke mij toe nadat moeder en dochter zijn vertrokken.

‘Ai, keuzes maken vind ik ook zo moeilijk’, biecht ik aan Mieke op. ‘Waar zou dat vandaan komen?’

‘Uit perfectionisme’, antwoordt Mieke gedecideerd.

Of omdat het nooit goed genoeg is, denk ik bij mezelf. Gelukkig maak ik mijn man blij met andijviestamp en een bal.

Categorieën
Uncategorized

VRIENDEN VAN HET EERSTE UUR

Op het pad staan zeven tjokvolle vuilniszakken. Dat is mooi, want de vuilniswagen komt vanmiddag.

Voordat ik van Leiden naar Driebergen verhuis, dient er eerst in het huis van manlief grondig te worden opgeruimd en schoongemaakt.

Oei, op het moment dat mijn man en ik zak acht volstouwen horen we de bekende tuut-tuut-tuut van de aankomende vuilniswagen.

‘Jammer, te laat’, mompelt mijn man.

Ik werp hem een snelle blik toe. ‘Oh ja? Moet jij eens opletten’ en ik stuif het pad op.

‘Joehoe, joehoe mannen. Ik heb hier nog het een en ander.’ Er kijken drie mannen naar mij, de eerste met een heel neutrale blik. De tweede heeft een groen baseballpetje op en kijkt verbaasd. De derde is de chauffeur. Hij heeft gespierde, getatoeëerde armen en draagt een gouden ketting, model hondenriem. Hij lacht me toe. Gouden ketting zet zijn wagen in zijn achteruit. De twee andere mannen lopen met mij het pad op en zijn reuze behulpzaam met het sjouwwerk. Dat had manlief niet gedacht.

Een week later wil mijn auto niet starten. En wie komen daar net het Burgemeesterpark opdraaien? Jawel, de vuilnismannen. Lachend duwen ze mijn oude, rode Saxootje aan. Ik bedank hartelijk en zwaai nog eens enthousiast. Vanaf dat moment bestempel ik de heren als mijn vrienden van het eerste uur. Wekelijks wanneer ze voor onze deur staan, toeteren ze en de Gouden Ketting zwaait breed lachend naar me en ik wuif terug. Het word een ritueel.

Af en toe kom ik ze elders in het dorp tegen. ‘Jaaa, ik had je al van verre gespot en wat zie je er goed uit vandaag’, zegt Gouden Ketting. Mm, mij valt op dat zijn fijngeknepen ogen glimmen. Een paar weken later gaat het nog een stap verder. Wanneer de vuilniswagen voor ons huis staat, krijg ik zelfs kushandjes toegeworpen. Brrrr, dat is mijn bedoeling niet en ik tracht dit met verbazing op mijn gezicht duidelijk te maken. Mijn non-verbale boodschap komt klaarblijkelijk niet over. Met als gevolg dat wanneer ik weer de bekende tuut van de vrachtwagen hoor, ik vliegensvlug de luxaflex dichtmaak. Als ik daar net te laat voor ben, duik ik onder de vensterbank.

Op een dag kom ik thuis van boodschappen doen en worden de vuilnisbakken net geleegd. Zonder blikken of blozen groet ik de heren opgewekt en wil ik de geleegde grijze bak weer het pad optrekken.

‘Ben je komende dagen lekker vrij?’ Gouden Ketting kijkt me verlangend aan. ‘Zullen we dan samen naar de sauna gaan?’ Ik weet geen woord uit te brengen en ik sta de man verbijsterd aan te kijken.

‘Dat doen we dan als je man aan het werk is’, probeert hij nog. Wat denkt hij wel, schiet het door me heen en ik loop hoofdschuddend het pad op.

Ik dacht dat ze alleen vuilnis oppikten.

PS: Dit verhaal speelt zich 13 jaar geleden af. De bewuste vuilnisman was kort na dit incident niet meer in beeld.

Categorieën
Uncategorized

LIEVE JONGEN

November 2013.

De fitness waar ik kom, in het Gezondheidscentrum Driebergen aan de Korte Dreef, is geen gewone fitness.

Het is een fysiofitness met in de zaal veertien apparaten en één staande spiegel. Je fitnesst in een fysiopraktijk onder begeleiding van een fysiotherapeut.

Hier geen zwetende macho’s die hun getatoeëerde armen en joekels van spierballen maar wat graag showen. In dit zaaltje word je niet opgehitst om al na drie minuten door te moeten naar het volgende apparaat. Er zijn geen televisieschermen en er is geen lawaai.

Nee, hier maken de seniorenplus de dienst uit. Ze komen aangeschuifeld op hun orthopedisch schoeisel of achter een rollator. Zij kleden zich niet om in uitdagende pakjes. De therapeut helpt hen behoedzaam op de fiets. Na een minuut of twintig zijn ze toe aan koffie.

Ik ben zwaar in de minderheid. Gehuld in een strakke, kobaltblauwe outfit werk ik binnen een uur tien apparaten af. Geconcentreerd step ik me in het zweet. Op mijn vraag of de airco aan mag sputteren de oudjes fel tegen. Er komt een broze dame van tachtig-plus de fitnesszaal binnen. Ze kijkt naar me alsof we bekenden zijn en we groeten elkaar. Ik ken haar echter niet. Opnieuw werpt ze haar blik op mij. Ik voel me ongemakkelijk. Nu staart ze me onderzoeken aan. Ik heb geen idee waarom. Het dametje buigt haar hoofd om mij van de zijkant nog beter te kunnen bekijken. Ze gaat dichterbij me staan. Uit mijn ooghoeken zie ik dat de Ellert-Jan, de fysiotherapeut, het tafereel gadeslaat.

Ik haal diep adem en verzucht ‘mevrouw, u kijkt zo naar me. Mag ik vragen waarom?’ ‘Ja’, antwoordt ze met een zachte stem. Ze brengt haar mond tot aan mijn oor en fluistert: ‘weet je op wie je zo lijkt? Je lijkt sprekend op mijn schoonzoon.’

‘Op uw schoonzoon?’, vraag ik vol ongeloof. Ik werp een blik in de spiegel en duw mijn, door de sportbeha ietwat geplette borsten goed vooruit om te benadrukken dat ik toch echt een vrouw ben.

Het is een lieve jongen hoor’, antwoordt ze en ze schuifelt verder.