
Vlug gris ik een blauw mandje mee voor mijn twee vergeten boodschappen: appels en een pak melk.
Uit het schap pak ik een zak roodgele biologische appels. Dan trekt er iemand aan mijn mouw.
‘Hé hallo Simone.’
Ik draai me om en kijk in de ogen van Titia. Ze heeft haar olijfgroene hoedje op en daaronder draagt ze een mantel in exact dezelfde kleur. Titia is het type vrouw dat haar huis niet uitgaat zonder gestifte lippen.
Mijn inmiddels overleden moeder zou zeggen: ‘deze dame haalt het hele straatbeeld op.‘
Ze klampt me nog steeds vast. ‘Hoe gaat het toch met jou en Hans?’
Door de supermarktluidspreker klinkt een reclameslogan: ‘Nivea Q10 Power Anti-rimpel dagcrème, deze week 1 + 1 gratis.’ De reclame wordt onderbroken: ‘Debby , afdeling houdbaar, Debby houdbaar.’
Ik vertel haar hoe het met ons gaat. Titia kijkt me zonder te knipperen aan. Opeens stapt ze naar voren en buigt naar me toe. Met duim en wijsvinger pakt ze mijn wang vast. Vervolgens klemt ze met haar andere duim en wijsvinger mijn andere wang vast. Ze draait mijn beide wangen heen en weer of het knoppen zijn van een radio uit de jaren zeventig.
Ik weet niks uit te brengen.
‘Heb jij botox gespoten?’ Ze kijkt me aan met een blik van waag het niet tegen míj te liegen.
‘Botox?’, herhaal ik. ‘Nee zeg, niks gespoten en nergens gesneden. En waarom knijp je in mijn wangen?’
‘Om te checken of je echt geen botox hebt. Als je het wel hebt dan zijn je wangen hard. ‘Siem, onze buurman heeft aan zijn gezicht laten sleutelen. Hij wil op zijn medewerkers een vitale indruk maken. De man is CFO bij een scheepsbouwer. Hij begon met een ooglidcorrectie. Daarna liet hij zijn fronsrimpels lamleggen en kreeg hij fillers in zijn kin en kaken.’
De AGF-chef komt met een pallet sinaasappels onze kant op. Hij zucht. ‘Dames, mag ik er éven bij.’
Titia kwebbelt verder. Ik kijk op mijn horloge.
‘Hij heeft ook zijn wallen weg laten werken en de kraaienpootjes rond zijn ogen zijn foetsie. Als kers op de taart zijn z’n wangetjes opgevuld.
Hij is hélemaal gladgetrokken.’
‘Titia, gaf jij mij net nou een compliment over mijn wangen of maakte je een grapje?’
Titia zwenkt haar boodschappenkar richting het wijnpad. Ze draait zich om en zegt met een uitgestreken gezicht: ‘jouw houdbaarheidsdatum is blijkbaar nog niet verstreken.’