ZUIVER SPUL

Vaccinatielocatie, 12 december 2023

‘Hoort u bij elkaar?’, vraagt de vrouw achter de balie. Haar leesbril bungelt aan een schelpenketting.
‘Ja, wij zijn een familie van twee’, grapt Hans.
‘Oh, ik dacht even…’
Ik draai me om en zie een mevrouw met kort grijs haar, leunend op een roze wandelstok met glitters, praktisch op onze hielen.
Het bedrijfspand waar we ons bevinden is omgekat tot vaccinatieruimte: betonnen vloer, muren van gegolfde metaalplaten en witte pilaren waar de verf van afbladdert.
De schelpenketting werpt een blik op onze ingevulde vragenlijsten.
‘U mag beiden door naar de arts en daarna naar de identificatiedesk.’
Achter de desk staan vier rijen stoelen met mensen die wachten op hun prik. We worden naar een stoel geleid en even later neemt de roze glitterstok plaats voor Hans.

Een gezette man met een bos grijze krullen en een witte jas rolt op zijn bureaustoel mijn kant op. Achter zich aan trekt hij een mini-trolley met  injectiespuiten, pleisters en een afvalemmer. 
‘Bent u er klaar voor?’, vraagt hij met een zwaar Limburgs accent en hij tovert een spuit tevoorschijn.
Met zijn duim wrijft hij over de pleister op mijn bovenarm.
Ik kijk hem verwonderd aan. ‘Hè, zit de vaccinatie er al in? Dit doet u al langer dan vandaag.’
Hij grijnst. ‘Ik zet al vijfendertig jaar injecties. Als ik het nu nog niet kan…’
‘Mag ik vragen wat uw beroep is?’
‘Ik was hoofdverpleegkundige in een ziekenhuis in het zuiden des lands.’ Ondertussen voorziet hij vliegensvlug Hans van een prik.
‘Zo, over vijftien minuten weer huiswaarts. In dit kwartier kunnen jullie overleggen welk aperitief vanmiddag in te schenken.’
Ik kijk hem met grote ogen aan. ‘Het is dinsdag’, reageer ik.
Alsof hij me niet hoort lepelt hij op: ‘Wordt het een limoncello, een Cuarenta y tres of een prosecco?’
‘Een limoncello?’, herhaal ik.
‘Mijn vrouw en ik hebben twee flessen in de vriezer, gemaakt van citroenen uit Napels.’ Zijn tong glijdt langs zijn lippen en hij houdt zijn duim tegen zijn wijsvinger, net als een Italiaan. ‘Bij ons in de familie bespreken we ’s ochtends wat we die avond gaan eten en ’s middags wat we erbij willen drinken.
Toen mijn vrouw en ik nog in het ziekenhuis werkten, maakten wij onze eigen drank. De ethanol namen we uit het ziekenhuis mee.’
De roze glitterstok buigt ver voorover om niks van deze conversatie te missen.
Hij glundert. ‘Ethanol bestaat voor honderd procent uit alcohol en voor ziekenhuizen is het nagenoeg gratis. Je hebt verder alleen een sinaasappel en dertig kruidnagels nodig. Na twee weken heb je een zalig drankje. En je krijgt er geen koppijn van, want het is zuiver spul.’
‘U gebruikte ethanol uit het ziekenhuis?, vraag ik met opgeheven wenkbrauwen.


 ‘Ach ja, het was toch voorhanden.’ En dan klinkt hij streng: ‘Je hebt dit allemaal níet van mij.’

Terwijl we in de rij staan met ons gele inentingsboekje voor een stempel en een sticker fluistert Hans in mijn oor ‘Wie appelen váárt die appelen éét.’

Deel deze column
5 2 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er
guest

4 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Ingrid de Vries
Ingrid de Vries
7 maanden geleden

Weer prachtig beschreven!

Mieke
Mieke
7 maanden geleden

Wat een verhaal……haha

Marjolein Verweij
Marjolein Verweij
7 maanden geleden

Ha Ha. Het is een beetje ondeugend van de vaccinatie meneer maar stiekem moet ik er flink om lachen. Uit alle situaties kan je iets leuks. halen. 🙂

Marjon Ponsen
Marjon Ponsen
7 maanden geleden

Weer heerlijk beeldend beschreven, haha !!

Scroll naar boven