‘Goedemorgen, graag willen wij fietsen huren.’
Achter het rolluik van het loket zit een mevrouw voorovergebogen. Haar voorhoofd rust op haar gekruiste armen.
FIETSEN TE HUUR staat er met grote gele letters op het bord boven haar.
Hans is met zijn KLM-collega’s in Paramaribo. ‘Laten we gaan fietsen’, had collega Carlijn de dag ervoor geopperd.
De vrouw achter het loket richt zich langzaam op.
‘Vandaag? Vandaag heb ik géén fietsen te huur, hoor…’
De crew druipt af en loopt in de richting van het hotel. ‘Dan gaan we morgen fietsen’, besluit Carlijn.
‘We willen vandaag graag fietsen huren’, roepen ze de volgende ochtend in koor tegen de vrouw die ze in dezelfde houding achter het loket aantreffen.
Ze knijpt haar ogen fijn tegen het zonlicht. ‘Vandaag heb ik geen fietsen te huur, hoor…’
De wenkbrauwen van Hans en zijn collega’s schieten collectief omhoog.
‘Wanneer dan wel?’, vraagt Carlijn.
De vrouw slaat haar ogen op en zucht diep. ‘We hebben helemaal geen fietsen.’
Hans wijst naar de tekst op het bord boven haar.
‘Weet je jongen…, we hebben ze besteld hoor, maar ze zijn nooit aangekomen!’
—
Simone Becker
www.siemschrijft.nl

Haha, mooie humor.
Hoi,
Dat is een beetje vergelijkbaar met de mentaliteit uit je column over kamer 501 op Bonaire. Er valt geen spelt tussen de redenering te krijgen, maar het antwoord is natuurlijk bloedirritant.
Lachen!
Heerlijk en herkenbaar!
Ohhh tenenkrommend maar wel heel erg grappig. Heb je weer mooi verwoord.