Augustus 2026
‘Piep, piep, piep’. Terwijl ik met mijn vingers boven het toetsenbord hang om een verhaal te tikken, gaat de waarschuwingspiep van de voordeurcamera af. Ik mopper vanwege de onderbreking en ik kijk op het scherm van de camera om te zien wat er aan de hand is. Een oudere man schuifelt langs de gevel van ons huis.
Ik gooi het raam open. De warmte blaast als een föhn in mijn gezicht. ‘Hallo?’
Geen reactie. De man duwt de papierbak opzij.
‘Hallo’?, roep ik weer.
Ik dender de trap af en ren naar buiten. Inmiddels staat de man bij onze brievenbus. Het is een lange magere lat van een jaar of negentig, zijn handen op elkaar gevouwen.
‘Dag meneer.
‘Wat deed u in onze tuin? En wat heeft u daar?’ Ik blik naar zijn handen.
Hij lacht een scheve grijns, maar zegt niets.
‘Nou?’
Hij opent langzaam zijn hand die gevuld is met bramen.
‘Lekker voor in de yoghurt’, knipoogt de oude baas naar me.
‘Pardon meneer, zijn dat ónze bramen?’
Hij knikt.
‘Maar het is hier geen pluktuin. Dat kan écht niet meneer.’
Hij haalt zijn schouders op. ‘Ik pluk hier al veertig jaar bramen. Ieder jaar in augustus. En wat zo fijn is, is dat de braamstruik doornloos is.’
‘Veertig jaar?’ Ik begin te begrijpen waarom Hans en ik zelden rijpe bramen aantreffen.
De oude baas haalt weer zijn schouders op. ‘Die andere mevrouw vond het goed.’
‘Die andere mevrouw…?’
Ik zet mijn handen in mijn zij. ‘Bedoelt u Hans zijn ex-vrouw? Het lijkt me sterk dat zíj dat goed vond.’
‘Tsja, hoe heet ze ook alweer?
Ik bedoel de vrouw van ome Jaap. Zij hadden hier ook aalbessen en kruisbessen, die mocht ik ook van ze plukken.’
‘Ome Jaap, de vorige bewoner? Hans kocht dit huis in 1994. Dat is meer dan dertig jaar geleden.’
‘Mevrouw, u hoeft niet zo over de rooie te gaan. Ik zie ook weleens bramen op de grond liggen. Zonde, denk ik dan, jullie eten ze niet.’ ‘Meneer, wij zijn ook dol op bramen.’
‘Moet ik ze nu teruggeven?’ De zonnestralen vallen over zijn gezicht. Ik merk dat ik het nog warmer heb gekregen dan ik al had. Het is ook geen weer om je zo op te winden.
Ik zucht. ‘Nee, deze mag u houden.
En volgend jaar augustus mag u één keer langskomen voor een braam of tien.’
Hij buigt zijn hoofd.
‘Bij leven en welzijn.’

Zo’n traditie verander je niet meer. Heerlijk om te lezen!
Ach, wel aandoenlijk eigenlijk !!!
Als iedereen zo reageert zou de wereld een stuk beter zijn.🍑🍒
Och, wat aandoenlijk toch…..
Haha, blik op de toekomst 🤔….
2026
Wat een leuk verhaal en super lief dat hij toch nog volgend jaar terug mag komen.
En wat goed dat je je grenzen hebt aangegeven. 10 bramen zijn meer dan genoeg.