Na drie keer aanbellen, pak ik mijn mobiel en ik toets Louise haar nummer in.
‘Hoi Siem, ik zit op de fiets, op weg naar…’
‘Louise, ik sta voor je deur.’
‘Oh shit, ik heb me een uur vergist. Ik keer om, over een minuut of twintig ben ik thuis.’
Ik zucht, wat nu? Het is steenkoud.
Dan zie ik op de stoep een wat oudere vrouw staan, diep weggedoken in een lichtgrijze slaapzakjas, en een peuter die tegen haar been plakt. Aan zijn neus bungelt een grote groene jongen en ik ruik een poeplucht. Onwillekeurig stap ik naar achteren. Het jochie staart me aan.
‘Daar sta je dan met je bosje bloemen. Ik ben een buurvrouw, kom maar bij ons warm worden’, zegt ze. ‘Hè Ryan?’ Het jongetje schuift nog dichter tegen haar aan.
Ik lach. ‘Graag, ik sta hier te rillen van de kou.’
Ze steekt haar hand uit. ‘Ik ben Bernadette en dit is Ryan, mijn eerste kleinzoon. Ben jij ook oma?’
‘Eh nee, ik heb wel twee bonuskinderen en het lijkt me enig als zij kinderen krijgen.’
Boven het dressoir brandt een virtuele haard op een XL-scherm. Het vuur doet alsof het echt knispert en knettert. Op de grond slingeren allerlei gekleurde blokken en een ABC-boekje rond.
Ryan draagt een trui met daarop afbeeldingen van Takkie, de beroemde teckel van Jip en Janneke. Hij bouwt een toren van K’nex. Zijn tongetje steekt een stukje uit zijn mond en hij kijkt niet op of om. Ik doe net of ik de indringende poepgeur niet ruik en neem een slok van mijn koffie. Bernadette knikt. ‘Ja, die luier. Dat doe ik zo wel als jij weer weg bent.’
‘Oh, het maakt mij niet uit hoor. Je mag het ook nu doen,’ probeer ik nog. Gauw app ik Louise: ‘Ik zit bij jouw buuf op nr. 87’.
‘Hij houdt mij de hele dag bezig. Straks smeren we de bammetjes.’ Ze zucht even als ze dat zegt, maar loopt dan opgewekt naar de keuken. Ondertussen kijk ik naar Ryan en naar alle speeltjes op de vloer. En ineens zie ik het voor me: onze woonkamer bezaaid met speelgoed en ik in de weer met boterhammen en poepluiers. Zou ik dat leuk kunnen vinden? Ik heb in mijn leven nog nooit een luier verschoond.
Naast mij op de bank liggen twee losse blokjes.
‘Kijk eens Ryan’, zeg ik en ik houd een blokje omhoog. Hij lacht naar me en pakt ze stuk voor stuk.
‘Ryan, laat jij Simone zien wat wij gebakken hebben?’
Hij loopt naar me toe, tikt tegen mijn knie en houdt een pepernoot onder mijn neus.
‘Mmm, lekker’, zeg ik. Hij glundert en duwt nog een pepernoot in mijn hand.
Bernadette komt terug met een tuitbeker limonade. ‘Let jij even op Ryan? Dan kan ik rustig naar de wc.’
Dan tikt er iemand op het raam.
‘Sinterkláás’, gilt Ryan en hij springt tegen me aan, zijn armen strak om mijn nek. Het is geen Sinterklaas, het is Louise, breed lachend achter het glas. Met Ryan in mijn armen en mijn hoofd afgewend vanwege de poeplucht loop ik naar het halletje en open de voordeur.
‘Zo Siem’, zegt Louise. ‘Dat staat je goed. Maar oef, die luier had je wel even mogen verschonen.
—

Wat heerlijk herkenbaar is dit. Ik ben ook wel eens heel hard naar huis gelopen met mijn zoon, luier vol en geen reserve luier in de aanbieding. Volgens mij heb ik net het verhaal gelezen van iemand die, als de tijd daar is, een prachtige bonus oma gaat worden.