‘Simone, ik gooi de handdoek in de ring.
Het is altijd wat met die kerels. Ik ben het spuugzat, ik kan geen ene man meer zien.
Liefde is gekkenwerk. GEK-KEN-WERK.’
Vervolgens is het aan de andere kant van de telefoon stil. Ik vermoed dat ze van mij tegengas verwacht. Meestal begin ik met: ‘Er lopen heus betrouwbare mannen op deze aardbol rond die jou op nummer één willen zetten.’
Vriendin Anna is eind zestig en ze is niet zonder kleerscheuren uit twee echtscheidingen gekomen. Daarna volgden de minnaars en de types buitenmodellen zoals Anna ze zelf omschreef. Een jaar geleden ontmoette ze een weduwnaar en ze vielen als een blok voor elkaar.
‘Die Frits…’, schampert Anna, en doorbreekt de stilte, ‘hij verdraaide in iedere discussie mijn woorden. Ik twijfelde steeds meer aan mezelf en werd zo onzeker.’
‘Anna, je weet nu hoe hij jou manipuleerde en dat jouw onzekerheid onterechte onzekerheid was.’
‘Ja, en nu is de deur naar mijn hart dichtgesmeten en die gaat voor geen enkele man meer open. NOOIT MEER.’
Anderhalve week later drinken we samen koffie in Bodega De Posthoorn aan het Lange Voorhout in Den Haag. We zitten op leren stoelen aan een ronde tafel bij het raam. Het is nog rustig. Een tafeltje verderop bladert een veertiger door de NRC. Op de achtergrond bezingt Billy Holiday de liefde.
Langzaam druppelen er meer gasten binnen. Anna schudt haar lange lokken naar achteren en neuriet zachtjes mee met Billy Holiday.
‘Goedemorgen Wouter, fijn dat je tijd voor mij hebt vrijgemaakt om mij te adviseren.’ De man die de NRC las, schudt de hand van een grijzende heer in een geruit jasje. De grijzende heer heeft een bescheiden uitstraling en een sprankeling in zijn ogen.
Als Anna naar de wc is vang ik flarden op van hun conversatie. ‘Ik dacht dus, de protagonist in mijn verhaal ontdekt dat…’ De veertiger neemt een slok koffie en kijkt de grijzende heer aan. ‘Kan deze opzet Wouter?’
Wouter schraapt zijn keel en geeft op gedempte toon zijn commentaar.
Even later ga ik ook naar de wc en reken ik meteen af. Als ik naar ons tafeltje terugloop, zie ik dat Anna in gesprek is met de grijzende heer waarvan ik inmiddels weet dat hij Wouter heet. Ze lacht, knikt instemmend en ze gebaart met haar handen terwijl ze praat.
Op een meter afstand van Anna blijf ik staan. Iets vertelt me dat het niet de bedoeling is dat ik me erbij voeg.
De grijzende heer wijst met het pootje van zijn leesbril naar de veertiger. ‘Wij zijn hier voor een boekpresentatie.’ Anna merkt me op en trekt haar jas aan. ‘Ik zal u niet langer ophouden, een fijne dag nog.’
En zo verlaten wij De Posthoorn.
Anna zet haar zonnebril met dégradé glazen op en schudt haar haren weer naar achteren. ‘Dat was bijzonder, ik had het gevoel dat ik met die man wilde praten. Hij straalde rust en tevredenheid uit, een soort intellectueel zonder poeha.’
We wandelen verder over het schelpenpad aan Het Lange Voorhout, omzoomd door lindebomen.
‘Oh Simone, die man voelde zo vertrouwd. Ik voel genegenheid voor hem.’
‘Ze gingen naar een boekpresentatie…’, zeg ik lachend. ‘Zullen we googelen waar dat zou kunnen zijn?’
‘Nee joh, dat is onbegonnen werk.’
Ik kijk opzij. Anna straalt.
‘Simoon, nu weet ik wat ik had moeten zeggen.’
‘Vertel.’
‘Ik had moeten zeggen: ‘Jammer dat we niet de tijd hebben om verder met elkaar te spreken. Ik had graag nog even met u door willen praten.’
Ik pak Anna bij haar arm. ‘Zullen we teruggaan naar De Posthoorn en daar vragen wie die mannen waren? Volgens mij komen er veel stamgasten.’
‘Dat idee had ik niet Simoon, ze waren hier voor een boekpresentatie.’
Anna zet haar zonnebril af. De glans is uit haar ogen verdwenen.
‘Een vervolg op deze ontmoeting heb ik als zand door mijn vingers laten glippen.’
Ik kijk haar aan en denk terug aan de Anna die anderhalve week geleden geen man meer kon zien.
‘Lieve Anna, zie het als een generale repetitie.’
Mooi verhaal en erg lief beschreven. Wat jammer voor Anna dat het geen vervolg heeft.
Mooi geschreven ! Dit verhaal zal veel steun aan je vriendin geven.