kinderverhaal
Elke zondagochtend gaan Pieter en Katja samen naar zwembad De Zwoer. Daar krijgen ze zwemles. Pieter is er al helemaal klaar voor. Hij staat met zijn zwemtas voor het huis van Katja te wachten. In de zwemtas zitten zijn rood-witte zwembroek, een grote handdoek, zijn slippers, shampoo en een kammetje.
Ze vinden het beiden reuzeleuk, de fijnste sport die er is. Op school hebben ze gymles, maar dat vinden ze niet zo fijn als zwemmen. Ze kunnen geen bal vangen, ze zijn niet zo lenig en hun gevoel voor ritme is ook ver te zoeken.
Laat deze twee maar zwemmen, dat kunnen ze als de beste. Ze hebben afgesproken dat ze samen alle zwemdiploma’s gaan halen, inclusief reddingszwemmen. Natuurlijk kunnen ze al de borstcrawl en de schoolslag. Op de rug zwemmen kunnen ze ook heel goed. De rugcrawl en de enkelvoudige rugslag.
Met een sierlijke boog duikt Katja erin. Pieter springt van de kant. De badjuf kijkt naar Pieter. Wanneer Pieter weer aan de kant is, zegt ze dat Pieter nu toch echt eens moet leren duiken. Pieter doet net of hij het niet hoort. Duiken is het enige dat hij niet wil. Of eigenlijk niet durft.
‘Kom’, zegt de badjuf, ‘we gaan oefenen.’ Met zijn tenen staat Pieter over de rand. Zijn hoofd naar beneden. En zijn armen over zijn hoofd gevouwen. Zijn vingers raken nu bijna zijn tenen. De andere kinderen kijken naar Pieter. Pieter wil niet voor gek staan. Katja fluistert ‘hup Pieter, je kan het. Kin op de borst houden en naar je bovenbenen blijven kijken.’ Oh ja, denkt Pieter, dat is heel belangrijk, anders duik ik plat en dan heb ik straks een rode buik. Hij is bang om met zijn hoofd tegen de rand te komen.
Vanaf de kant hoort Pieter ‘een, twee…..’ En daar gaat-ie. ‘Oefenen, oefenen, oefenen Pieter.’ Pffff, zwemmen is cool, duiken is afschuwelijk’, mompelt Pieter. Hij is jaloers op Katja. Prachtig kan zij het zwembad induiken. Hij lijkt wel een kleuter.
Samen kijken ze op de computer naar filmpjes van bekende zwemmers die in het water duiken. Ook kijkt hij naar een filmpje van zichzelf. De badjuf heeft met haar telefoon Pieter gefilmd en dat naar hem toe gemaild. Zo kan hij goed vergelijken. Die nacht droomt Pieter. Hij ziet zichzelf vanaf de rand van het zwembad als een echte zwemmer het water induiken. Wanneer hij wakker wordt, ziet hij in gedachte het duiken nog steeds voor zich.
Met Katja gaat hij oefenen. Iedere keer gaat het iets beter. Ze willen ook zo graag samen nog meer zwemslagen leren en alle zwemdiploma’s halen. De badjuf heeft beloofd dat als hij het duiken onder de knie krijgt, ze Pieter en Katja ook de vlinderslag gaat leren.
‘Moet ik ook leren om achterover te duiken juf? Want dat durf ik echt niet!’ ‘Nee hoor Pieter, dat hoeft niet.’ Met een grote grijns duikt Pieter er weer in en zwemt zo hard als hij kan op Katja af.