Twee dames, met porseleinwitte gezichten en gehuld in dikke winterjassen staan op de stoep ter hoogte van het Griekse restaurant.
Ze turen op hun mobiele telefoon. De zon schijnt en door de wind waaien mijn haren alle kanten op. Ik ben op weg om een kaart op de bus te doen. Naast de dames staan drie tjokvolle boodschappentassen. Bovenop liggen zakken chips.
De felicitatiekaart houd ik tussen duim en wijsvinger goed vast. De dochter van mijn schoonzus heeft een baby gekregen. Een meisje. Ik voel me blij. Zoals ieder kind gaat ook zij haar talenten ontdekken en ontwikkelen. Nieuw leven doet goed.
Op de terugweg passeer ik de dames opnieuw. Ik draai me om en vraag: ‘hi can I help you?’
‘We need a taxi?’, vraagt de grote blonde in het groene winterjack. De andere dame draagt een zwart doorgestikt jack. Ze heeft een piercing in het kuiltje van haar hals, het lijkt op een briljant.
Ik vraag: ‘where are you from?’ Terwijl ik het vraag komt het antwoord al in mij op. Ze zeggen in koor: ‘from Ukraine.’ De blonde wijst naar haar telefoon. Ze typt wat in en laat het mij lezen: wij verzorgen kinderen oncologie. Ik krijg een brok in mijn keel. Ik haal diep adem en laat mijn emotie niet zien. Ze hebben het vast al moeilijk genoeg.
‘Waar moeten jullie naar toe?’, vraag ik in het Engels. Ze laat het adres in Doorn zien.
‘Geen probleem, ik breng jullie. Ik woon hier om de hoek.’ Ik neem een boodschappentas van ze over en met z’n drieën lopen we naar mijn huis.
‘Nice houses.’
Opeens realiseer ik me dat ik twee wildvreemden mee naar huis neem en straks een lift geef. Zoiets doe ik nooit. Even later zitten de dames op de achterbank.
‘The big wood’, zegt de dame met de piercing.
‘Ah, het Grote Bos.’
Ze knikken instemmend en ze vertellen dat ze met vijf groepen volwassenen en zieke kinderen uit Oekraïne hier zijn. Voor de slagboom van vakantiepark het Grote Bos nemen we afscheid.
Die avond zet ik het journaal aan. Kinderen met kortgeschoren haren komen aan in het Prinses Máxima Centrum in Utrecht. Ik herken de twee vrouwen in hun groene en zwarte winterjas. Nieuw leven, denk ik en ik doe een schietgebedje.