VERLOREN

‘Oh nee, oh nee, ik verlies mijn oorbel’, kermt de dame in haar geruite regenjas met dito hoedje.

Ze kijkt me ontsteld aan en grijpt naar haar oor. ‘Hij is weg.

We staan op De Traay, de winkelstraat in Driebergen, pal voor bloemenzaak Elenbaas. Ik ben onderweg naar De Huiskamer: koffie drinken en de kranten doorspitten. Dat pakt nu anders uit.

‘Ik heb net een herfstboeket besteld en hier buiten doe ik mijn mondkapje af en toen gebeurde het’, vertelt de dame.

Ze praat tegen me en ze kijkt tegelijkertijd hoopvol naar de stoep of haar oorbel daar ligt.

‘Mevrouw, ik help u mee zoeken.’

Ze toont mij haar andere oorbel die nog in haar oor hangt. Ik zie een smalle geelgouden oorring bewerkt met ribbels. Terwijl wij de stenen afspeuren, laat ze me haar vinger zien met een ring van hetzelfde motief. Een verfijnd driemanschap dat nu incompleet is.

‘Deze ring en de oorbellen heb ik geërfd van mijn moeder en ik heb ze aan mijn dochter beloofd voor als ik er niet meer ben.’

De stoep ligt bezaaid met eikels. Twee heren, de een trekt een boodschappentrolley achter zich aan, helpen mee met zoeken. Anderen komen informeren wat er allemaal aan de hand is. Nog een vrouw biedt aan te zoeken.

De dame doet haar jas uit. Iedereen kijkt verwachtingsvol of de oorring daar uit rolt. Helaas. Een van de heren zet een plant op zijn kop en schudt die uit.

Teunis, de slijter aan de overkant, staat in de deuropening te koekeloeren naar wat er zich aan de overkant afspeelt.

‘Mevrouw, we blijven zoeken, desnoods tot de zon ondergaat’, grap ik. ‘Tussen al die eikels moet die liggen.’

Aan de ene kant geeft het me een goed gevoel om te helpen met zoeken en aan de andere kant hunker ik ondertussen naar koffie en de krant.

Jan-Willem de bloemist reikt bezems, een stoffer en blik, en een emmer aan. Zijn plan is dat wij alle eikels opvegen en in de emmer doen. De dame kan dan de inhoud van de emmer thuis op een krant uitstrooien.

Ik slaak een gil. ‘Het achterkantje, ik heb het achterkantje gevonden.’

De eigenaresse glimlacht.

Ondertussen kan ik geen eikel meer zien. Toch zoeken we met vijf man sterk verder. Zo te zien staat haar het huilen nader dan het lachen. Een koude bries steekt op. De dame trekt haar geruite hoedje stevig over haar hoofd en de oorbel duikelt plots naar beneden.

De koffie heb ik verdiend.

Deel deze column
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er
guest

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Scroll naar boven