BORSTENBUS

‘Houd uw hoofd opzij. En pak met een hand uw andere borst vast’, zegt de vrouw in de witte jas met haar zachte Limburgs accent. Over haar witte jas draagt ze een witte jurk zonder mouwen, van een stevig materiaal, die reikt tot aan haar enkels. Dit allemaal om Covid-19 te weren. ‘Ik doe mee aan Phantom of the Opera’, grapt ze.

Dit speelt zich af in de grote witte borstenbus achter het parkeerterrein van sportclub Hoenderdaal in Driebergen. Syl en ik hebben toevallig rond hetzelfde tijdstip een afspraak. Dat vind ik fijn, want door het zien van die bus trek ik al wit weg. Syl kan babbelen over wat ze een kwartier van tevoren bij de drogist heeft gekocht en dat kalmeert me. Het maken van röntgenfoto’s van je borsten doet bij mij helse pijn en al het verdriet om mijn vriendin Hester komt naar boven.

Alleen is Syl in geen velden of wegen te bekennen.

Mijn linkerborst rust op een glazen plaat. Nu komt er van bovenaf een verticaal geplaatste glazen plaat die over vijf seconden mijn linkerborst fijn gaat pletten. De borstenguillotine. Ik voel een steen in mijn maag. Niet piepen Siem, niet piepen, zeg ik tegen mezelf. Ik moet de moed erin houden. Ik mag blij zijn dat ik hier ben. Hier kunnen ze een gezwel vroegtijdig opsporen en hoe sneller het wordt behandeld hoe minder kans ik heb op uitzaaiingen.

‘Adem in en houd uw adem vast.’

‘Zo, dit was de derde foto, nog eentje en dan zit het er voor u op.’

Ondanks de kalmerende stem van de vrouw prikken er tranen in mijn ogen.

‘U vindt het spannend hè mevrouw?’

Ik heb het gevoel dat mijn keel wordt dichtgeknepen.

Ik breek, de tranen rollen over mijn wangen. ‘Mijn vriendin Hester is aan borstkanker overleden. Samen hebben we nog een prachtig blond haarstuk voor haar gekocht. Ze heeft het slechts vijf weken gedragen.’

‘Wat verdrietig voor u.’ Haar donkerbruine ogen zijn op mij gevestigd.

‘Bent u klaar voor de laatste foto? Een stapje naar voren, kijkt u mij aan, kin omhoog, daar uw hand leggen en zo blijven staan.’

Deze Limburgse lieverd loodst me erdoorheen.

Over tien dagen krijg ik de uitslag.

Op het parkeerterrein bel ik meteen Sylvia. De telefoon gaat lang over. Eerst hoor ik een verscheurende hoest: ‘Hi Siem, ik lig te bed met Covid-19. Ik kon helaas niet komen naar de tietenpletterij.’

Deel deze column
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er
guest

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Scroll naar boven