VRIENDEN VAN HET EERSTE UUR

Op het pad staan zeven tjokvolle vuilniszakken. Dat is mooi, want de vuilniswagen komt vanmiddag.

Voordat ik van Leiden naar Driebergen verhuis, dient er eerst in het huis van manlief grondig te worden opgeruimd en schoongemaakt.

Oei, op het moment dat mijn man en ik zak acht volstouwen horen we de bekende tuut-tuut-tuut van de aankomende vuilniswagen.

‘Jammer, te laat’, mompelt mijn man.

Ik werp hem een snelle blik toe. ‘Oh ja? Moet jij eens opletten’ en ik stuif het pad op.

‘Joehoe, joehoe mannen. Ik heb hier nog het een en ander.’ Er kijken drie mannen naar mij, de eerste met een heel neutrale blik. De tweede heeft een groen baseballpetje op en kijkt verbaasd. De derde is de chauffeur. Hij heeft gespierde, getatoeëerde armen en draagt een gouden ketting, model hondenriem. Hij lacht me toe. Gouden ketting zet zijn wagen in zijn achteruit. De twee andere mannen lopen met mij het pad op en zijn reuze behulpzaam met het sjouwwerk. Dat had manlief niet gedacht.

Een week later wil mijn auto niet starten. En wie komen daar net het Burgemeesterpark opdraaien? Jawel, de vuilnismannen. Lachend duwen ze mijn oude, rode Saxootje aan. Ik bedank hartelijk en zwaai nog eens enthousiast. Vanaf dat moment bestempel ik de heren als mijn vrienden van het eerste uur. Wekelijks wanneer ze voor onze deur staan, toeteren ze en de Gouden Ketting zwaait breed lachend naar me en ik wuif terug. Het word een ritueel.

Af en toe kom ik ze elders in het dorp tegen. ‘Jaaa, ik had je al van verre gespot en wat zie je er goed uit vandaag’, zegt Gouden Ketting. Mm, mij valt op dat zijn fijngeknepen ogen glimmen. Een paar weken later gaat het nog een stap verder. Wanneer de vuilniswagen voor ons huis staat, krijg ik zelfs kushandjes toegeworpen. Brrrr, dat is mijn bedoeling niet en ik tracht dit met verbazing op mijn gezicht duidelijk te maken. Mijn non-verbale boodschap komt klaarblijkelijk niet over. Met als gevolg dat wanneer ik weer de bekende tuut van de vrachtwagen hoor, ik vliegensvlug de luxaflex dichtmaak. Als ik daar net te laat voor ben, duik ik onder de vensterbank.

Op een dag kom ik thuis van boodschappen doen en worden de vuilnisbakken net geleegd. Zonder blikken of blozen groet ik de heren opgewekt en wil ik de geleegde grijze bak weer het pad optrekken.

‘Ben je komende dagen lekker vrij?’ Gouden Ketting kijkt me verlangend aan. ‘Zullen we dan samen naar de sauna gaan?’ Ik weet geen woord uit te brengen en ik sta de man verbijsterd aan te kijken.

‘Dat doen we dan als je man aan het werk is’, probeert hij nog. Wat denkt hij wel, schiet het door me heen en ik loop hoofdschuddend het pad op.

Ik dacht dat ze alleen vuilnis oppikten.

PS: Dit verhaal speelt zich 13 jaar geleden af. De bewuste vuilnisman was kort na dit incident niet meer in beeld.

Deel deze column
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er
guest

0 Reacties
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Scroll naar boven