YOUP

‘Heb je ermee geneukt? Gadverredamme!’ Youp trekt een vies gezicht en hij staat op. Zijn neus raakt bijna de mijne.

We zijn in Singapore, 1997. Het is tropisch warm en vochtig. Een paar dagen daarvoor vraagt mijn collega in het vliegtuig: ‘Siem, wie vind jij nou een leuke man?’
Ik vul een kan met koffie. ‘Youp’, antwoord ik.
Femke pakt een theekan. ‘Joep?, welke Joep?’
‘Youp van het Hek.’

Femke en ik werken samen in dezelfde galley, een keukentje in het vliegtuig. De vraag: Wie vind jij nou een leuke man?, hoor ik iedere vlucht. Normaal gesproken vliegen de Tom Cruise’s en de Brad Pitts je bij deze vraag om de oren.
Haha, jij maakt een grapje. Youp van het Hek?’
‘Hij is recht voor zijn raap, legt de vinger op de zere plek en weet dingen bloot te leggen. Dat vind ik aantrekkelijk.’
Femke verschuift een elastiekje aan het einde van haar blonde vlecht.
‘Vind je hem ook knap?’
‘Hij zegt waar het op staat en dat vind ik belangrijk.’
De purser steekt haar hoofd om de hoek van het gordijn. ‘Wat staan jullie te kletsen? De passagiers wachten op koffie en thee.’
Vlak voordat we met de trolley met koffie, thee, cognac en likeur het gangpad inrijden, fluistert Fem: ‘je meent het echt hè?’

In Singapore gaan Femke en ik naar de Hollandse Club. Bij de receptie hangt een aanplakbiljet: Youp van ’t Hek. Fem gilt. ‘Wat een toeval Siem. Jij hebt het over Youp en hij treedt hier morgenavond op! Jammer, daar kunnen we niet bij zijn. Vanavond vliegen we naar huis.’

Even later liggen we onder de parasol bij het zwembad van de Hollandse Club. Femke stoot me net iets te hard aan. Ik kijk op.
Siem, daar komt ie.
Youp van ’t Hek: niet zo groot, beetje gezet, pretogen en een rond brilletje. Met zijn ploeg: een mannetje of twaalf en een paar meisjes.
Opnieuw krijg ik een por in mijn zij. ‘Siem ga eropaf.’
‘Nee Fem, niet met al die mannen om hem heen. Dat durf ik niet.’
Om af te koelen duik ik het water in. Om de vier slagen spiek ik naar Youp. Zijn haren wapperen alle kanten op. Ik hoor hem lachen. Al crawlend heb ik een briljant idee. Hij moet een keer naar de wc en dat doet hij alleen. Ik heb het nog niet bedacht of hij staat op. Ik hijs me uit het zwembad en al druppend ren ik achter Youp aan.

‘Youp, Youp, hallo, ik ben Simone.’ Hij draait zich om en bekijkt me van top tot teen. ‘Graag wil ik een keer met je babbelen’, vervolg ik.
‘Babbelen, hoezo? Waar wil jij het met mij over hebben dan?’
‘Eh’, mompel ik.
‘Ik ga even wateren en ik ben zo bij je terug.’

Femke glimlacht breeduit steekt haar duim omhoog.
Als Youp terugkomt, loopt ons gesprek vanzelf. Hij vertelt me dat hij met zijn hele team hier is, tot en met de studentes die hem rijden naar de theaters.
‘Alle medewerkers zitten met elkaar in hetzelfde hotel. Ik logeer in het Marco Polo.’
‘Wat toevallig, wij ook.’ Femke is inmiddels bij ons komen staan. Ze maant mij dat ze zo een taxi naar het Marco Polo wil pakken, omdat ze wil voorslapen. Vanavond moeten we weer aan de bak.
‘Kan ik met jullie mee met de taxi?’, vraagt Youp.
Voor ons hotel vraag ik aan Youp: ‘mag ik met je op de foto?’ Hij pakt me bij de arm en zegt: ‘kom, dan gaan we bij de fontein staan.’
In de lobby kijk ik om me heen. Waar kunnen Youp en ik praten? Als we hier gaan zitten dan staan er in een mum van tijd tig collega’s om ons heen. Youp pakt me weer bij de arm en dirigeert me richting de lift. In zijn hotelkamer is het steenkoud door de airconditioning. Je ziet twee natte plekken in mijn shirtje van mijn bikini.

‘Wil je thee om op te warmen?’
Youp hurkt op de grond om een stopcontact te zoeken voor de waterkoker. Op het bureau zie ik een stapel boeken.
‘Mijn leesvoer voor de komende dagen. Simone, vertel me eens over de liefdes in je leven.’
Ik verschiet van kleur en vertel over de man die ik aanbad, maar die het talent niet had om een relatie aan te gaan. En ik vertel over een kortstondige affaire met een collega met wie ik het gezellig had, maar niet meer dan dat.
Youp trekt zijn rechterwenkbrauw omhoog en zegt: ‘ja, je moet meer hebben dan gezelligheid.’ Hij schenkt nog een kopje thee voor me in. ‘Ga verder Simone.’
‘Daarvoor woonde ik samen met een man die de handdoeken op militaire precisie in de kast had liggen.

En ik mocht niet op het dekbed zitten.’ Youp herhaalt: ‘gad-ver-re-dam-me.’


Ik kijk op zijn wekker. ‘Youp, net als Femke ga ik nu ook voorslapen om uitgerust aan de vlucht naar huis te beginnen.’
Hij kust mijn hand en laat me uit. Ik wandel over de lange gang naar de lift. Youp zwaait me uit en buldert over de gang: ‘en lees mijn columns, want je zult jezelf erin terugvinden.’

PS: Een week later sla ik de NRC open. In Youps nieuwe column ‘Niemand’ staat inderdaad onze ontmoeting. Inclusief het antwoord op zijn vraag waarom ik in hemelsnaam niet op het dekbed mocht zitten.
‘Dan pletten de veertjes Youp.’

Deel deze column
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er
guest

14 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Mieke
Mieke
1 jaar geleden

Wat een bijzonder verhaal Siem….
Leuke foto ook van jou & Youp!

Burger
Burger
1 jaar geleden

Je maakt nog eens wat mee in jouw vak! Leuk verhaal!

Marjon Ponsen
Marjon Ponsen
1 jaar geleden

Wat een te gek verhaal Simone !! En wat een bijzondere ontmoeting met deze getalenteerde man. Je kunt aan jullie allebei wel zien dat het zich in 1997 afspeelde, haha !!!

Ama
Ama
1 jaar geleden

Poppy, wat een súpergeweldigfantastischgoed geschreven column! Ik lig gevoúwen om de laatste regel. Want uiteraard vroeg ook ík mijzelf af waarom je niet op t dekbed mocht zitten….

Marjolein Verweij
Marjolein Verweij
1 jaar geleden

Super verhaal. Mooie herinnering. Goed dat je op hem af bent gestapt.

Tilly
Tilly
1 jaar geleden

Leuk weer! Altijd fijn om je verhalen te lezen!

Hayer
Hayer
1 jaar geleden

Je schrijft beeldend Siem, ik zie het zo voor me ! Leuk en grappig verhaal. Het nodigt uit voor een volgende ontmoeting, 25 jaar na dato ?

Scroll naar boven