MIJN MAN MOET GEEN CORONA KRIJGEN, deel 2

Koop een saturatiemeter. Die meet het zuurstofgehalte in het bloed. Als de waarde tussen 95 en 100 is, dan is het goed. Is de waarde onder de 90 dan moet je de huisartsenpost bellen.’ Ik heb onze huisarts aan de telefoon. Langzaam schuift er een wolk voor de zon.

In de beginperiode van onze Corona (we kregen het beiden) fietste mijn man er aardig doorheen. Maar na een paar dagen waggelde hij van zijn bed naar de bank om daar de rest van de dag op te blijven liggen. Doodop.

Behalve de saturatie meet ik ook op advies van de huisarts zijn ademfrequentie en de temperatuur. Mijn man ligt op apegapen. Hij trekt het dekbed strak tot onder zijn kin. Hij luistert mee met het telefoongesprek, maar zijn ogen vallen dicht.

‘Zorg ervoor dat hij voldoende drinkt’, zegt de arts. Ik praat terug met een hoge stem. En er zit een brok in mijn keel.

‘Siem wil je Janneke nog een keer opwarmen?’ Ik neem het kersenpitkussen van mijn man aan en stop zijn bedvriendin voor de tigste keer in de magnetron.

Buiten zet de overbuurvrouw twee volle tassen met boodschappen tegen onze keukendeur en gaat er als een haas vandoor. Ik hoest nog steeds als een zeehond. Behalve de boodschappen ligt er een veldboeket op de tassen. Ik schiet vol. Zo’n beetje iedere dag krijgen we bloemen. Van mijn schoonzus met een kaart erbij: Een beetje vrolijkheid in huis. Hou de moed erin, het is eindig lieverds. Weer komen de waterlanders. Ik kijk naar mijn man. Hij heeft een bleek gezicht met grijze baardstoppels. Ik houd mijn hart vast. Even opent hij zijn ogen en zegt: ‘Siem ik kom erdoorheen’.

 Het wordt mijn mantra: ‘Siem ik kom erdoorheen.’

Op het scherm van de saturatiemeter lees ik 83 en twee seconden later is het 87. Eigenlijk moet ik de huisartsenpost bellen. ‘Over een half uur meten we weer Siem. Geen paniek alsjeblieft.’

Ik loop door het huis en zie mezelf weerspiegeld in een ruit. Ik schrik van mijn ingevallen gezicht en de kringen onder mijn ogen. Hij roept me. Ik schud zijn kussen op, ondersteun zijn achterhoofd en laat hem kleine slokjes drinken. De saturatie meten we weer op. Ik haal diep adem. Het is 90.

Tien dagen later. Gelukkig mag ik uit de quarantaine. Ik sta op de groenteafdeling van Albert Heijn. In mijn ene hand houd ik een knoflookbol vast en in mijn andere hand een rode peper. Ik voel me duizelig worden. Stiekem schuif ik mijn mondkapje opzij, zodat ik meer zuurstof binnenkrijg. Langzaam loop ik terug naar huis.

Thuis zit mijn man met een glimlach op de bank. ‘Ik voel me gesloopt, maar als ik dit apparaatje geloof dan komt het goed.’

Trots laat hij de saturatiemeter zien: 99.

Deel deze column
0 0 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er
guest

2 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Mieke
Mieke
2 jaren geleden

Lieve Siem & Hans,
Opeens realiseer ik me, dat ik via
” Siemschrijft” vast wel te weten kan komen hoe het jullie vergaat…..
En ja,via ” Mijn man moet geen Corona Krijgen ” deel 1&2 ben ik aardig op de hoogte gelukkig! En weet dat de stijgende lijn qua herstel doorzet. Maar nog een lange weg te gaan zo te lezen. Je hebt het fantastisch verwoord in je columns Siem! Mooi verhaal over een helaas mindere periode.
Hoop je snel weer even te spreken via mobiel! Sterkte, beterschap en excuus dat je zolang niets van me gehoord hebt. Nadeel van Corona periode, je raakt teveel op jezelf gericht!
Wat een lieve buren hebben jullie!
Liefs voor jou & Hans Mieke

Scroll naar boven