LIKJE

Naast een lege picknicktafel staat een versleten blauwe kinderwagen, eenzaam als een achtergelaten boodschappenkarretje op het parkeerterrein van Albert Heijn.

Hè, wie laat nu zijn baby alleen? Ik kijk om me heen. Waar zijn de ouders? Aan de tafel verderop zit een gezin: moeder, vader, twee puberdochters en een meisje van een jaar of tien. Ze smullen alle vijf van een pannenkoek, totaal niet bezig met de verlaten kinderwagen.

Wat nu? Moet ik iemand waarschuwen? Ik ga zitten aan de tafel ernaast en houd de wagen met een schuin oog in de gaten.
In de verte glinstert het gras in de voorjaarszon en ik zie mensen voorbij slenteren met ijsjes. Voor het bestelloket staat een rij van hier tot aan het weiland en ik besluit te wachten met iets lekkers te bestellen.
Dan beweegt er iets in de kinderwagen.
Is het kindje wakker geworden? Wat als het gaat huilen? Moet ik er dan naartoe lopen en de wagen wiegen?
Een gezette jongen in een geheel zwarte outfit komt mijn kant op, een softijsje in zijn hand. Hij straalt van oor tot oor.
‘Dag Poetje, daar is Bennie weer. En kijk eens wat ik heb meegenomen.’
Huh, is hij de vader? Daar lijkt hij me te jong voor. Is hij een broer of een buurjongen die oppast?
Hoe dan ook: ik vind het onverantwoord dat hij het kind alleen laat.
Uit de kinderwagen komen piepende geluiden.
‘Even wachten Poetje.’
Bennie ploft op de houten bank en neemt een lik van zijn ijsje.
Net als ik me afvraag of ik hem ter verantwoording moet roepen en aan moet spreken op het feit dat hij een kind alleen achter laat, kijkt hij mij recht aan.
‘Wil jij mijn ijsje even vasthouden?’
Voor ik antwoord geef, duwt hij het al in mijn hand. Vlug gris ik een servet van tafel, want het ijs druipt langs mijn duim. Het jongste meisje van het pannenkoekengezin giechelt en maakt likbewegingen naar mij.

Bennie steekt zijn armen in de kinderwagen en pruttelt wat.
‘Kom maar jongen.’ Langzaam komen zijn armen omhoog. Vlak boven de rand komt eerst een bruin pluizig oortje tevoorschijn. Dan zie ik een zwart snuitje. Bennie tilt een minuscuul hondje uit de kinderwagen. Hij zet het spartelende beestje midden op de tafel.
De minihond keft en draait als een malle in het rond. Vlug geef ik Bennie zijn ijsje terug, inclusief servet. Hij neemt twee likken en houdt het dan onder het neusje van zijn Poetje. Het hondje lebbert er lustig op los.
‘Likje voor Poetje, likje voor Bennie, likje voor Poetje, likje voor Bennie.’
De meiden van het pannenkoekengezin liggen gierend over de tafel.
En ik? Ik sluit mijn opengevallen mond en ga in de rij staan voor een ijsje. Eentje helemaal voor mezelf.

                                                                       —

Deel deze column
5 1 stem
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er
guest

2 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Ria
Ria
13 uren geleden

Bizar!

Marcel
Marcel
7 uren geleden

Een echte dierenvriend

Scroll naar boven