VAN DE KLETS

‘Mam, wat bééldig’, roept Jacqueline.

Een dame met grijsblonde lokken en een rode blazer staat in de woonkamer. Ze heeft zichzelf behangen met gouden kettingen. Met beide handen klemt ze een boeket roze bloemen tegen zich aan.
Jacqueline, mijn sportmaatje is jarig. In de open keuken zitten haar vriendinnen aan een lange houten tafel, de slingers dansen tegen de plafondventilator. Verderop zitten dochter Emma en zoon Tijmen, acht en tien jaar oud, naast elkaar op de bank. Zo te zien zijn ze beiden volledig verdiept in hun iPad.
Ik schuif mijn stoel naar achteren. ‘Jacq, zal ik de bloemen even in een vaas zetten?’

‘Mevrouw, waar heeft u deze gekocht?’, vraag ik terwijl ik een geschikte vaas uitzoek.
‘Er is een nieuwe bloemenboetiek geopend en het wordt gerund door twee van die mannen’, zegt ze met een zuinig mondje.
‘Eerlijk is eerlijk, de winkel is een parel in ons dorp, maar…’
Jacqueline kijkt op van het snijden van de taart. ‘Wat bedoel je met die mannen?’
De moeder van Jacqueline tikt met haar vingers op de rug van haar andere hand, alsof ze een code doorgeeft. Ze fluistert: ‘Die zijn van de klets.’
De vaas glipt zowat uit mijn handen.
Emma kijkt op van haar iPad. ‘Kletsen is toch gezellig?’

‘Mam, dat kun je echt niet meer zeggen.’
Een van de vriendinnen zet haar koffiekopje neer. ‘Van de klets? Bedoelt u…?’
‘Ja, je weet wel, van de club.’
Tijmen loop de keuken in. ‘Zitten die mannen bij mij op hockey?’
Zijn oma schudt haar hoofd en perst haar lippen op elkaar. ‘Het zijn twee homootjes.’
Tijmen haalt zijn schouders op en verdwijnt weer naar de bank.
‘Emma, Tijmen, gaan jullie maar even buiten spelen’, roept Jacqueline.
‘Eerst taart’, klinkt het in koor.

Jacqueline zucht en verdeelt de stukken chipolatataart over de taartbordjes. ‘Mam, je bent hopeloos ouderwets. Die uitdrukkingen kunnen écht niet meer.’
Maar moeders is nog lang niet klaar. ‘Die ene heeft zo’n strakke broek, je ziet zijn rol King zitten. En die ander? Die heeft zo’n getrimde baard, egaal donkerbruin. Dat kan nooit natuurlijk zijn, dat is geverfd.’
De vrouwen aan tafel kijken elkaar even aan, maar zeggen niks.
Jacqueline schraapt haar keel. ‘Mam, wát is er mis met mannen die van elkaar houden?’
De moeder van Jacqueline prikt een stukje chipolatataart aan haar vork.
‘Zo heeft onze lieve heer het niet bedoeld.’
Een vriendin grijnst. ‘Nou, ik heb in een dronken bui weleens met een vrouw gezoend. En jij Simone?’, vraagt ze mij.
‘Nee, maar ik heb weleens dat ik denk: wat een mooie vrouw is dát!

‘Mam’, zegt Jacqueline, terwijl ze een taartkruimel van tafel veegt. ‘Herinner jij je  Debby nog? Mijn studiegenoot van Frans?’
‘Ja…?’
‘Tijdens mijn gehele studieperiode had ik een relatie met haar.’
Moeders verslikt zich in haar taart. Tijmen loopt naar haar toe en legt zijn hand op haar arm. ‘Oma, tegenwoordig kan er veel meer dan vroeger. Binnenkort kies ik of ik een meisje word of toch een jongen blijf.’

De moeder van Jacqueline zit bewegingsloos met haar vork in de lucht. Dan neemt ze een slok koffie en ze prikt nog een stuk taart aan haar vork. ‘Nou, hier moet ik even op kauwen.’

Deel deze column
5 5 stemmen
Artikel waardering
Abonneer
Laat het weten als er
guest

3 Reacties
Oudste
Nieuwste Meest gestemd
Inline feedbacks
Bekijk alle reacties
Lecram
Lecram
18 uren geleden

leuk Verhaal. Ben blij dat we niet in de VS leven

Marcel
Marcel
17 uren geleden

🤣

Vera
Vera
15 uren geleden

Heel treffend beschreven…zo zullen er nog veel mensen denken…

Scroll naar boven