Vanuit tram 12 richting De Pijp kijk ik omhoog naar de woning boven de schoenenwinkel. Hier woonde Astrid. Als ik hier ben kijk ik altijd naar dat monumentale pand. Ik voel de pijn van 27 jaar geleden, terwijl de tram voortdendert over de Nieuwezijds Voorburgwal.
In de eerste week van juni 1996 gaan Sander en ik naar Madurodam, de miniatuurstad in Den Haag. De lucht is zachtblauw en de zon schijnt uitbundig. Sander is mijn vriendje en hij is een KLM-collega. Hij werkt als steward en ik als stewardess. Sander is mollig, heeft blozende wangen en hij is zo’n type dat iedereen groet op straat.
In Madurodam zijn alle gebouwen tot in detail natuurgetrouw nagebouwd op een schaal van 1 op 25. We lopen hand in hand langs de Utrechtse binnenstad, de haven van Rotterdam, het stadhuis van Gouda met de rood-witte luiken en de Oosterscheldekering. We zien poppetjes op een fiets, er rijden treinen en er varen boten.
Verderop is luchthaven Schiphol. Op het platform staan de blauwe KLM-vliegtuigen. Sander gaat plat op de grond liggen en kust de neus van een Boeing 747-400.
‘Sander, geef het vliegtuig nog eens een kus, dan maak ik een foto.’
We lopen richting Amsterdam en zien de Westerkerk en het monument op de Dam.
‘Hé hier woont Assie. Wacht ff Siem, even een foto maken.’
‘Wie is Assie en waar is dit?’
‘Dit is op de Nieuwezijds Voorburgwal. Astrid woont daar, boven de schoenenzaak van haar ouders. Zij is een studievriendin van Stéphanie, een oud-collega van mij. Stéphanie gaat in september trouwen en Assie en ik zijn de ceremoniemeesters.’
Sander glundert. ‘Astrid is manager van een Rabobankfiliaal.’
Drie weken later. Sander belt.
Ik hoop hem snel te zien, maar hij houdt de boot af.
‘Morgen ga ik naar Hongkong en dinsdag kom ik terug. De dag erna ga ik naar Astrid om de vrijgezellendag van Stéphanie voor te bereiden.’
De volgende dag kom ik erachter dat mijn uniformschoenen nog bij Sander in huis staan. Ik bel bij Sander aan. Zijn huisgenoot Pim doet open.
‘Hoi Siem, Sander is al op weg naar Hongkong. Maar wacht even, ik heb iets van jou in de badkamer gevonden.’
Twee minuten later sta ik buiten met mijn schoenen en een zilveren bedelarmbandje. Ik bekijk de bedeltjes die eraan hangen. Een zilveren roosje, een minipump, een hartje, de letter A en een rijglaarsje.
Ik bel Sander in Hongkong en ik weet het antwoord op mijn vraag al. ‘Van wie is dat zilveren armbandje?’
‘Van Astrid.’
‘Sinds wanneer heb je wat met haar?’
‘Koninginnedag, sorry Siem.’
Huilend bel ik Sanders moeder op.
‘Ach lieve kind, ik weet ook niet wat Sander in Astrid ziet. Mevrouw de manager. Denk maar zo, wij noemen haar gewoon de bedrijfsleidster.’
Je hebt hem later toch wel ff laten huppelen dmv een trap tussen zijn benen?
👍
Heerlijk verhaal Simone
Ha Maris, dank je wel voor je reactie. Tot gauw.
Dank je wel Maris.
Ik had jullie in juni 1996 zomaar kunnen tegenkomen bij de ingang van Madurodam ! Ik werkte van 1989 tot 2000 in het voormalig hoofdkantoor van de KLM. Daar was toen aan de Plesmanweg het Ministerie van Verkeer en Waterstaat gevestigd. Als het slecht weer was ging ik van CS met de tram en stapte ik uit en op bij de halte Madurodam. Bij goed weer had ik een `dienstfiets` haha. Die kon ik na zo veel jaar terugkopen en daar heeft Rogier nog ik Delft op gefietst indertijd. In Madurodam werden vaak congressen van ons Ministerie gehouden, dus ik kwam er best vaak. Hoe pijnlijk hoed jouw vriendje door een bedelarmbandje tegen de lamp liep.
Ik zie je fietsen Marjon.
Een mooi verhaal maar wel met een rauw randje. Wat jammer dat er zoveel mensen zijn met een dubbele agenda. Je hebt het soepel en losjes verwoord en het is fantastisch dat je niet blijft hangen in teleurstellingen. Meneer X, of Sander, zal zich nog wel eens achter de oren krabben. Wat een domoor dat hij jou zo heeft belazerd. Ik be; echt zo trots op je!
Dank je wel zus, je reactie doet me enorm goed.
Hoe Madurodam voor jou altijd een verdrietig randje heeft gekregen…..
Mooi geschreven Siem!
En toen…
Kwam Hans…!
Heerlijk verhaal Simone!
… en heerlijk om te lezen, word ik blij van!