‘Siem, je bent in de vijftig. Ga je de baby houden?’
Met een lach van oor tot oor bevestig ik haar vraag.
‘Weet je, ik ben in mijn leven nog nooit zo gelukkig geweest als nu.’
Buurvrouw Francien schudt haar hoofd. ‘En Hans dan? Hij is al 63.’
‘Hans kan het aan’, antwoord ik resoluut. ‘Mijn schrijfkamer toveren we om tot de babykamer.’
Gijs, de psychotherapeut friemelt aan zijn borstelige wenkbrauw en kijkt me onderzoekend aan.
‘Droomde je dat er een baby op komst is?’
Ja, maar het was alsof het echt gebeurde. De hele dag zit ik met de baby in mijn hoofd.
‘Denk je dat je zwanger bent?’
Ik zucht. ‘Nee, natuurlijk niet, ik ben 56.’
‘Simone, heb jij een onvervulde kinderwens?’
Ik schud mijn hoofd. ‘Daar kom ik niet voor. Ik zit met mijn Long-Covidklachten.’
‘Het is natuurlijk niet een klacht zoals je vermoeidheid, je benauwdheid, je verhoogde hartslag, je overprikkeling en je paniek, maar levensechte dromen kunnen een symptoom zijn van de Long-Covid. Ook ’s nachts staat jouw brein ‘aan’. Simone, droom jij vaker over baby’s?’
‘Nee, van de week droomde ik totaal iets anders, maar het was weer zo levensecht dat ik in mijn eigen dromen ga geloven.’
‘Vertel Simone.’
‘Háááns, er staan allemaal mensen achterin de tuin. Wie zijn dat?’ We kijken door de openslaande deuren en zien dames in lange witte jurken. De meeste dames dragen ook een witte hoed. De mannen dragen een wit pak. Waar komen die mensen ineens vandaan? Er staat een partytent en obers delen champagne uit. Op hoge poten been ik over het gras. Ik schiet een oudere dame aan. Ze draagt een jurk met een diep decolleté en ze heeft vuurrode lipstick op. Ik zie de groefjes boven haar lip.
‘Wie zijn jullie?’, bries ik. ‘Dit is ónze tuin.’
Ze gooit haar hoofd in haar nek en giet de champagne naar binnen.
‘Wij hebben iets te vieren.’
‘Simone, nog even een vraagje over jouw vorige droom’: weet jij van wie je zwanger was?, vraagt Gijs.
Ik doe net alsof ik zijn vraag niet hoor. Misschien kan ik mijn laatste droom maar beter niet vertellen.
Vannacht bezochten Hans en ik Ama en Henk Jan in Friesland. Ama is een KLM-collega en heeft net als ik Long-Covid. We appen en bellen wat af, maar ik ben nog nooit bij haar thuis geweest.
Hans bladert door De Leeuwarder Courant en ik sta in de open keuken van hun dijkwoning. Voor het huis ligt hun sloep in het water. Fin blaft en springt tegen me op.
‘Hebben we alles voor de lunch Henk?’, vraagt Ama.
Op tafel staan vier kommen venkelsoep, een quiche met een grote tak rozemarijn erbovenop en een salade met partjes sinaasappel.
Henk Jan zet de wijnglazen op tafel.
‘Siem, een glaasje Verdejo erbij?’
Ik leg mijn hand op mijn buik en ik kijk Hans glunderend aan.
‘Nee, doe mij maar een sapje.’
Wat een heerlijk verhaal en doe mij maar een sapje . Ik heb zitten gniffelen echt weer een Siemverhaal.
Boeiend en geestig tot en met de laatste zin
Ik kan alleen maar zeggen;bewaar je mooie dromen voor jouw leukste verhalen.Die dromen komen komt niet alleen door long-Covid,maar ook jouw schrijvers talent!
Je tovert een glimlach op mijn gezicht.
Ik sta weer versteld van je originele benadering. Hartstikke leuk en je plezier in het schrijven spat eraf! Vooral doorgaan.
Wat een heerlijk verhaal je zit er meteen in.
Wat een schrijvers talent
Knap Siem hoe de dromen en de werkelijkheid door elkaar lopen in dit verhaal. En je schrijft zo beeldend – ik zie de dames in de tuin en de lunch in Friesland meteen voor mij!
Heerlijk leesvoer! Dankjewel.
Knap hoe jij je droom beschrijft. Heerlijk om te lezen, vooral de humor die je in je verhaal hebt verwerkt. Complimenten!
Siem, wat heerlijk die verhalen met een dosis humor…. De nieuwe Youp van t Hek …..