‘Ja, ik vind het ook príma om daar te werken. De meisjesstem galmt tegen de tegels.
Even verderop hoor ik de douches aangaan.
‘Gezellig met jou en met de andere collega’s natuurlijk ook’, roept ze nog wat harder.
Ik trek mijn badpak omhoog en ik vraag me af tegen wie ze het heeft. Iemand in het andere hokje? Waarom wachten ze niet met dit gesprek tot ze omgekleed zijn.
‘Er zit wel een nadeel aan’, zegt de jongen.
Ik betrap mezelf erop dat ik geen woord wil missen en ondertussen haal ik alvast mijn zwembril uit mijn tas.
‘Ik ben aangekomen’, vervolgt hij. ‘Ik weeg éénentachtig kilo.’
‘Zo, zo’, mompel ik zacht grinnikend. Voor mij verschijnt een beeld van een jongen met een enorme witte buik die zich in zijn zwembroek hijst.
‘Ik kan gewoon niet van dat gemarineerde varkensvlees afblijven’, geeft hij als verklaring.
‘Zal ik verklappen hoe ík te werk ga?’, vraagt het meisje. Ze klinkt ondeugend, ik zou haar gezicht nu graag zien.
‘Van iedere soep die ik uitserveer neem ik één hapje. Zo is mijn buikje aan het einde van de avond gevuld en het mooie is dat je van soep niet vet wordt.’
Een moment verstijf ik en sta ik te knipperen met mijn ogen. Daarna pak ik alvast mijn badmuts en mijn zwemdoppen.
Heb ik dit nou goed gehoord? Werken ze in een restaurant en neemt zij een hapje van elke kom soep die ze uitserveert? Zou ze voor ieder hapje een schone lepel pakken? Of heeft ze achter de coulissen haar eigen proeflepel? Mijn conclusie staat vast: zij is dus met haar lepel in de soep geweest die ze even later aan de gast uitserveert. Zelf heb ik negenentwintig jaar lang maaltijden aan passagiers uitgedeeld, maar dit is toch nooit in mijn hoofd opgekomen.
‘Welke is jouw favoriet?’, vraagt de jongen. Mijn mond valt open. De bekentenis van het meisje lijkt hem niet veel te doen. Ik zie ze natuurlijk niet, maar het liefst zou ik het stel door elkaar willen rammelen.
‘De meeste gasten bestellen Thaise kippensoep, maar mijn favo is de veggie-variant met paksoi, ei en cashewnoten.’
‘Zeg’, schreeuw ik, ‘heeft niemand jou opgevoed? De bacteriën van jouw lepel gaan van kom naar kom. In welk restaurant werken jullie? Daar wil ik in ieder geval nooit naar toe.’
Dit had ik willen zeggen, maar om zo te schreeuwen vanuit een kleedhokje ben ik veel te netjes opgevoed.
—
Behhhh
Gedver!!
Echt gebeurd? Supercolumn!
Wat een verhaal, haha !
Niet te geloven zeg..